Dit is mijn verhaal van mijn jeugd tot mijn 24e. Hoewel ik veel heb weggelaten, staan er ook wat vervelende dingen tussen.

Ik was een zeer verlegen meisje, en was blijkbaar op school heel bang zonder mijn moeder. Thuis was het niet altijd veilig, maar mijn moeder was mijn veilige haven, en mijn beste vriendin. Ik werd op school ook erg gepest. Ik was meerdere keren flink ziek en vond het heerlijk om thuis te zijn. Dat bleef mijn hele schooltijd. Ik was vaak thuis en “ziek”. Alleen de gedachte om naar school te gaan maakte me ook echt fysiek ziek. Maar dat hielp natuurlijk niet, want van langdurige absentie gaan kinderen je ook pesten. Zo zat ik in een vicieuze cirkel. Op de basisschool kreeg ik havo/vwo advies, en ging naar een school waar mijn broers niet opzaten, die was te groot volgens mijn leraren. Een kleinere school zou beter zijn. Maar dit was ook een ramp. 1 voorbeeld: Er was een uitje met de klas en we zouden gaan varen in het water, wat er veel is in de Zaanstreek. Dus erheen fietsen. En er worden groepjes gemaakt om in de bootjes te gaan. Maar mijn “vriendinnen” hadden geen plaats voor mij in het bootje, en de rest wilde me ook niet. De leraren zeiden dat ik dan maar op de kant moest wachten op de rest. En zo heb ik uren in een stoeltje aan de waterkant gezeten. Terwijl er wat leraren binnen in een café zaten. Later denk ik logisch dat ik niet naar school wilde. Ik ging van de 2e klas ook naar het mavo. Ik was er gewoon te weinig. Dat was een andere school waar het ook niet veel beter was. Er zaten echt een paar vervelende klieren in de klas. Gym was een hel.
Op een gegeven moment moest ik naar de gemeente. Ik was te vaak absent. Iets van 300 uur. Wel een beetje vreemd dat je naar een leerplichtambtenaar moet tijdens schooltijd. Het gesprek ging goed. Ze begreep mijn verhaal goed, en aangezien ik gewoon alles goed begreep op school en goede cijfers haalde, omdat ik het heel makkelijk vond. We kregen denk ik een waarschuwing. Gelukkig kwam na een aantal jaar een vriendin op mijn school. Wat een geloofsgenoot was. Dus dat was heel leuk en zo kon ik alles veel beter aan. Uiteindelijk ben ik geslaagd en was ik blij dat ik van school af was. Ik begon aan een Scheidegger opleiding, omdat secretaresse worden mijn droom was. En ondertussen ging ik fulltime aan de slag voor mijn geloof. Ik groeide als persoon. Maar thuis was het moeilijk. Ik wilde er meer op uit met vrienden, maar thuis was mijn moeder alleen en dan ook nog mijn zusje. We hadden altijd met z’n 2en voor haar gezorgd, en nu was ik er niet altijd. Mijn zusje kon niet alleen slapen en sliep bij mij in bed. Als ik er dan niet was, was mijn moeder niet blij, en belde mij op met: waar blijf je, ze moet slapen? Ik was zelf “voorleesmoeder” op de school van mijn zusje.
Er is in die tijd veel gebeurd, waar ik nu niet in detail op verder ga, maar het was een rottijd. Ik was heel depressief. Ik stopte op een gegeven moment met de opleiding, want het was niet wat ik ervan verwacht had, en ik had andere dingen die leuker waren. Ik begon eerst met een oppasbaan. Iets wat mijn moeder ook al jaren deed. Parttime zodat ik ook nog voor mijn geloof genoeg kon doen. Waar ik heel veel vreugde uit haalde. Later ging mijn moeder bij een tankstation werken en daar zochten ze nog meer mensen. Dus daar ging ik ook werken. En dat was heel leuk. Vooral de contacten met de mensen en de monteurs van de naastgelegen garage.
Ik was best sportief, ik fietste en liep heel wat af. Ik was niet de dunste, maar voor de standaard van die tijd. (heroinechic van Kate Moss) wel. Als ik nu foto’s zie denk ik, wat was je mooi.
Hoewel ik van de buitenkant altijd lachte en vriendelijk was (Iedereen kende me ook altijd met een lach op mijn gezicht, en ik wilde iedereen helpen) was ik vanbinnen kapot aan het gaan. Ik was depressief en heb meerdere zelfmoordpogingen gedaan. Zelfs tot mijn spijt, waar mijn zusje bij was. Want terwijl mijn moeder werkte paste ik op mijn zusje, en op mijn moeders oppaskinderen.
Op een dag moest ik werken. Het was een zondagochtend. En 2 jongens komen binnen bij het tankstation, om het te overvallen. Ik bleef heel rustig en met mijn domme hoofd probeer ze nog om te praten, en verstop ondertussen de 100 gulden biljetten. “doe het niet, er hangen camera’s”. Maar dat hielp natuurlijk niet. Nadat ik ze al het geld had gegeven, rende ze weg. En belde ik de politie ed. Ze waren om de hoek al opgepakt, want de flat langs het tankstation, daar woonde allemaal politieagenten, en die zagen ze rennen en dachten wat is dat? We gaan ze even bevragen. Zo kon ik ze s’middags al identificeren op het politiebureau. En dat ging niet zoals je op televisie ziet. Ik zat in een klein hokje, van nog geen vierkante meter, met tegenover me een soort spiegel, daarachter net zo’n ruimte. Het was donker aan mijn kant zodat ze mij niet zouden zien. De eerste wordt binnengebracht. Ja dat is hem. Hij was onder invloed en sliep half. Vervolgens komt de 2e en die begint toch te schreeuwen: “Ik weet wie je bent en waar je woont”. Dat was niet zo fijn. Maar verder ging het wel. De volgende dag moest mijn moeder werken. Wel bij een andere locatie. ( er waren 4 tankstations van 1 eigenaar in de buurt) Ze moest zoals altijd om 6 uur s’ ochtends de opening doen. Maar ze was moe en had geen zin, dus ze zei tegen mij, kan jij niet tot een uur of 11 werken voor mij. Prima zei ik. Ik ging, maar ik was toch bang. Bij iedereen die binnenkwam dacht ik, wat gaat hij doen? En ik liet de glazen tussenwand, die s’avonds dicht moet, nu ook de hele tijd dicht.
Ik stortte in. Ik durfde niet meer naar buiten. Ik ging de ziektewet in. En kwam bij de bedrijfsarts. En die was zo fantastisch. Mijn moeder verstopte thuis alle messen achter slot en grendel. Ik kon heel goed met hem praten. Hij zei dat ik overwerkt was ook. Ik deed teveel, ik werkte bij het tankstation en als ze extra mensen nodig hadden viel ik in, ook als mijn moeder geen zin had. Zo werkte ik weleens van 6 uur s ’ochtends tot 11 uur s’ avonds. Ik had een contract voor 22 uur, maar werkte soms wel 60, en dat was alleen de uren die op mijn naam stonden. Dan had ik nog mijn werk voor mijn geloof, wat gemiddeld 90 uur per maand was, in de winter wat meer, zodat ik in de zomer minder kon doen. En de zorg voor mijn zusje en eventuele oppaskinderen. De dokter zei dat door ik ook mijn zusje in mijn bed had, ik altijd aan stond. En zo meer deed dan er uren waren. Logisch dat ik ingestort was. Op een gegeven moment moest ik naar de bedrijfsarts, maar hij zat dit keer niet bij ons in de buurt, maar in Amsterdam. Ik moest met de trein. Ik wist dat dit niet slim was. Ik vroeg mijn beste vriend mee te gaan. Gelukkig was hij erbij, ik wilde voor de trein springen. Ik zei dat tegen de bedrijfsarts, en hij wilde dat ik meteen opgenomen werd. En belde diverse mensen en het Riagg.
En zo werd ik opgenomen op de PAAZ-afdeling van het ziekenhuis. Ik moet eerlijk bekennen, ik genoot ervan. Ik kreeg ontbijt, lunch en diner. Ik hoefde nergens aan te denken. Ik kreeg veel visite. Ik maakte vrienden. Het was leuk. En dat vonden de dokters niet zo fijn. Na 2 weken wilde ze dat ik naar huis ging. Maar we gingen ondertussen verhuizen. Mijn moeder had woningruil kunnen doen, van een flatje naar een eengezinswoning. En dat was precies op het moment dat ik naar huis zou moeten. Ok zei de dokter, dan mag je nog 2 weken blijven.
Na uiteindelijk 4 weken mocht ik naar huis. Ik nam een hondje, zodat ik wel naar buiten moest. En was heel blij met mijn vriendje taco. En kreeg ik groepstherapie. Dat vond ik verschrikkelijk. Er waren alleen jongeren in de groep en ik voelde me niet open dingen te vertellen. Na een aantal weken ben ik gestopt. Het ging wisselend. Mijn moeder kreeg een vriend en ging trouwen. Ik kreeg ondertussen ook een vriend. Mijn moeder wilde een nieuwe start maken met haar nieuwe man, in een nieuwe plaats en ging op zoek naar een nieuw huis. Ze ging tijdelijk bij haar nieuwe man wonen, en in het weekend konden mijn zusje en ik bij hun logeren. Maar doordeweeks waren we alleen. Dat was gezellig. Zelfs toen op een gegeven moment de gas en elektra werden afgesloten. Ik haalde een camping gasdingetje, waar ik op kon koken. En we staken heel veel kaarsjes aan, want het was winter. Naast ons huis zagen we mensen schaatsen, en de ijsbloemen stonden op het raam. We deden wedstrijdjes wie de meeste theelichtjes per keer kon uitblazen. Ik probeerde er wat van te maken. De politie kwam een keer aan de deur, dat de buren hadden gebeld uit onrust, dat we alleen woonde. Ik zei stoer, ik ben 21, dus volwassen, we redden het wel. Ze geloofden het.
Ondertussen had mijn moeder een nieuw huis gevonden in Brabant. Daar zouden ze gaan wonen met mijn zusje. Maar zonder mij. Dus ik moest iets zoeken, en ik kon nergens heen met mijn hond. Mijn moeder zorgde dat de hond naar het asiel ging. En dat was een van de ergste dagen van mijn leven.
Terwijl mijn moeder verkering had, hoorde ik dat haar vriend ook 4 kinderen had. Ook 3 zoons en een dochter. Ongeveer in dezelfde leeftijd als ons. De oudste zoon had de laatste tijd wat psychische problemen gehad. Ze dachten dat wij elkaar misschien konden helpen (?). En ik kreeg contact met hem. Het was een lieve jongen die het moeilijk had. Hij had financiële problemen, wat niet hielp en ook psychoses. Hij werd opgenomen en toen sloeg hij door glas of zoiets en dus had hij zijn hand in het gips. Hij kwam uit het sanatorium (of hoe het ook heette) en we gingen zwemmen/zonnen/picknicken in het twiske. Hij scheurde het gips eraf met veel moeite met zijn tanden (we zeiden nog, doe het niet) en ging gewoon zwemmen. Dat was toch iets aparts, wat ik nu nog goed herinner. Het leek later wat beter met hem te gaan. Laten we hem verder A noemen.
Ik zocht een huis, schreef me overal in, maar de wachttijd was heel lang. Ik kon in het appartementencomplex waar mijn nieuwe stiefvader en moeder tijdelijk woonde, een tijdelijk woning krijgen. Die een jaar later gesloopt zou worden. Dus ging ik daar tijdelijk wonen. Ik kon goed opschieten met mijn andere stiefbroer die we B zullen noemen. Dus toen hij geen huis had ging ik met hem tijdelijk samenwonen in 1 huis.
Hij kreeg pas later een flat in hetzelfde appartementencomplex als ik en mijn ouders (moeder en stiefvader). Dus hij had niks en hij kon bij mij. Hij kreeg de halve huiskamer, die heel groot was, en ik de slaapkamer. Het was erg gezellig. Na een tijdje, weet niet of het weken of een maand was, kreeg hij zijn eigen flat en wilde ik een housewarmingparty houden. Ik nodige de 2 broers ook uit. Ze konden niet of hadden geen zin.
Op een gegeven belde mijn moeder mij. Of zij en mijn stiefvader even langs konden komen. En mijn stiefbroer B zou ook komen. Ze kwamen binnen, we (b en ik) zaten op de bank en toen zei mijn stiefvader: “A is dood”. Ze konden hem al even niet bereiken. Hij had nog wel gebeld, maar alleen mijn zusje gesproken, want mijn ouders waren niet thuis. Toen hadden de buren geklaagd over de stank en toen werd de politie gebeld. Die kon niet naar binnen, dus werden de ouders gebeld, voor de sleutels, denk ik. De politie is uiteindelijk via het balkon naar binnen gegaan. Hij had zelfmoord gepleegd. Ze wilde het graag vertellen aan ons samen, want ze waren bang dat het mij zou triggeren. Ze moesten verder, want er was veel te regelen. B wilde natuurlijk naar zijn andere broer en zus. Dus die ging al snel weg. Ik was natuurlijk in shock, verdrietig en boos. Waarom? Had ik iets kunnen doen? Wat me nu nog boosmaakt, is de belletjes die mijn ouders deden, waar ik bij was. De schulden die hij had. Ze belde, vertelde dat hij dood was, en dan ok, prima. (niet zo makkelijk natuurlijk, maar zo voelde het wel).
De begrafenis was er, en omdat hij niet goed verzekert was, was het erg sober. Alleen de lezing, en dan koffiedrinken bij mijn ouders thuis. Ze vroegen of ik de koffie wilde schenken. Achteraf voelde ik me er erg slecht bij. Ik was alleen maar bezig mensen te voorzien van drinken. Alsof ik niet bij de familie hoorde ofzo. Het was een moeilijke tijd.
Ondertussen was het uitgegaan met mijn vriend. Dat duurde niet lang, want we kwamen al snel weer samen, alleen nu stiekem. Want zijn ouders deden moeilijk, en mijn vriend was ook niet klaar voor een echte relatie. En zo begon een tijd van jaren van af en aan contact met hem.
Na een maand of 9 ging het weer minder en mijn moeder wilde me naar Brabant halen. Toevallig zag ze bij de Albert Heijn een kaartje hangen met een kamer te huur. Het was een tuinhuisje bij iemand. Het was best knus en had een keukentje, wc en douche en dat was prima. Dus verhuisde ik daarheen.
En zo kwam ik in Brabant terecht.
Reactie plaatsen
Reacties